Ik heb goede bekenden die zich verdiepen in ingewikkelde materie als Taoïsme, dianetics en metafysica. Hoe ze ook hun best doen: na hun uitleg snap ik er nog minder niks van. En als ik het opzoek word ik ook niet echt wijzer want ‘Metafysica is de wijsgerige leer die niet zoals de fysica de werkelijkheid onderzoekt die volgt uit zintuiglijke of instrumentele waarneming, maar op zoek gaat naar het wezen van die werkelijkheid en wat er achter zit.’ Aha. Nee, dan heb liever een janboerenfluitjesuitleg aan de hand van iets simpels, zoals een gebruiksvoorwerp. Vandaag leerde een potlood mij vier belangrijke levenslessen.

  1. Een potlood is mooi en kleurrijk van buitenaf, maar het nut heeft te maken met de inhoud. Zonder lood is een potlood een potje niks. Oftewel: uiterlijk versus innerlijk. We worden te vaak gewaardeerd om de dingen die we hebben, in plaats van om wie we zijn. De buitenkant mag niet ten koste gaan van onze innerlijke wereld. Balans is het toverwoord.
  2. We schetsen met een potlood, niet met een pen. Omdat er een gum op zit om onze fouten uit te wissen en opnieuw te starten. Hetzelfde geldt voor het leven. Als je iets nieuws probeert, kun je falen. En dat is oké. Je probeert het tenminste. Fouten maken mag. Stilstand is achteruitgang.
  3. Om een potlood scherp te houden, moet je hem slijpen. Als een potlood gevoel zou hebben, deed dat slijpen pijn. Hetzelfde geldt voor ons leven: falen, leren van de fouten, slagen. Ergo: wees klaar om je vaardigheden aan te scherpen.
  4. Wie schrijft, die blijft. Heb je onvrede? Schrijf het op, schrijf het van je af. Veel goedkoper dan medicatie en therapeuten. En leuk als je het via je blog kunt nalezen… en wellicht iemand anders inspireert!

Was getekend,

Herman