Persoonlijk heb ik niet zoveel met auto’s. Voor mij is het een vervoermiddel van A naar B en niet iets om eventuele status te duiden. Ik heb vrij laat mijn rijbewijs gehaald, op mijn 26e pas, en toen iemand vroeg in wat voor soort auto ik afreed, zei ik droog “een rode”. Met vier kinderen is het handig om twee auto’s te hebben en die hadden wij dan ook: een blauwe en een rode. Ik heb daar ooit nog een liedje over gemaakt waarin de woorden rotootje en blautootje werden geïntroduceerd. Mijn ouders hebben ook een blauw autootje voor de deur staan, en hoewel ze zelf allebei niet meer rijden, zijn ze er nog steeds aan gehecht. Ze vinden het leuk om rondgereden te worden in hun eigen auto om plantjes te halen voor de tuin, of voor een gezellig bezoekje aan opticien, apotheek of audicien. Hun blautootje moest nodig schoongemaakt worden deze week, dus we gingen als uitje naar de autowasstraat in Alkmaar, alwaar je zowel de buitenkant als de binnenkant kunt laten cleanen terwijl je geniet van een kopje koffie. Mét een koekje. Tijdens de rit terug draaiden we de raampjes open en voor de deur van mijn ouders kwamen we erachter dat het rechter voorruit niet meer omhoog kwam. Geen probleem. Ze zijn sinds 1968 lid van de wegenwacht, dus ik zou wel even bellen.

Stap 1: ik belde het pechnummer van de ANWB kwam in een keuzemenu terecht die het zelf ook niet snapte en bleef op een gegeven moment ergens steken in de Windows computer. Opgehangen.

Stap 2: opnieuw gebeld, 5 minuten in de wacht gestaan en ik kreeg zowaar iemand aan de lijn. Die stelde een aantal vragen. Waaronder ‘”Wat is het kenteken van de auto?”. Ik was zelf alweer onderweg en kon daar geen antwoord op geven. Vriendelijk verzoek om dan maar even terug te bellen als ik het wel wist. Einde gesprek.

Stap 3: aangezien mijn vader blind is kan ik het ook niet aan hem vragen, dus in een helder moment belde ik de garage waar het vehikel sinds jaar en dag in onderhoud is en via hen wist ik het kenteken te achterhalen.

Stap 4: na dit prettige telefoon gesprek weer verdwaald in het keuzemenu van de ANWB. Uiteindelijk kreeg ik een mevrouw van Buitenlandse Wegenwachtzaken aan de lijn die mij vertelde dat ik het verkeerde nummer belde. Zij gaf mij een ander nummer.

Stap 5: het nieuwe nummer gebeld. Er werd opgenomen met ‘ANWB zakelijk’. Een van de eerste vragen was of ik een zakelijke rijder was, dus ik antwoordde naar waarheid “Nee, mijn hoogbejaarde ouders zijn geen zakelijke rijders.” Op een vriendelijke manier werd mij verteld dat ze me niet verder konden helpen. Ik werd doorgeschakeld naar de goede afdeling. Dacht ik.

Stap 6: Fok. Keuzemenu. Vrij snel (dat wil zeggen na enige minuten waarin keer op keer werd verwezen naar ‘u kunt het ook via de website proberen’ – wat ik ondertussen ook al aan het doen was want ik was ondertussen alweer thuis…) kreeg ik een zakelijk-vriendelijke mevrouw aan de lijn, waarmee ik het raamprobleempje kon bespreken. Het leek allemaal goed te gaan tot ze er achter kwam dat de auto voor de deur van mijn ouders stond. Ze hadden weliswaar 54 jaar lidmaatschap betaald, maar geen woonplaatsservice, waardoor ze dus alsnog de volle mep moesten dokken. Toen ik uitgelachen was en op zoek ging naar een oplossing bleek die er te zijn: ik kon ter plekke woonplaatsservice bijkopen. Slechts € 40 per jaar extra of zo. En -oh ja- omdat er nu een acute vraag was kwam er ook nog €50 bij. Verbijsterd beëindigde ik het gesprek.

Stap 7: ik belde mijn ouders met het heuglijke nieuws dat hun raampje binnen twee uur gemaakt zou worden. En ik kon er nog aan toevoegen dat de € 50 extra kosten ook weer gecrediteerd zouden worden.

Dezelfde dag krijg ik een mailtje van de ANWB hoe ik de service had ervaren. Mijn ultrakorte antwoord kon ik niet kwijt.

Ik snap waarom ík niet bij de ANWB zit.