In de krant las ik dat de ziekteverzuimcijfers de pan uit rijzen. Teveel werknemers zouden makkelijker thuisblijven sinds de lockdowns. Zou kunnen. Maar ik heb er een andere visie op: we proberen krampachtig de verloren tijd in te halen.
Het leven ervaar ik als een reis tussen bergen en dalen. De bergen kosten je veel energie, in het dal is alles wat relaxter. Of vergelijk het met een trein: elk wagonnetje is een inspanning, dan even niks en dan komt de volgende wagon. In coronatijd heeft iemand aan de noodrem getrokken waardoor al die wagonnetjes op elkaar geklapt zijn en je nu ineens met zeven wagonnetjes dealt. Bovenop elkaar. Zeven bergen, dus. Dàt is het ‘zorginfarct’, dat is mijn eigen ervaring, maar ik hoorde het ook van bevriende bands die normaliter een optreden per maand doen en nu ineens zeven.
Ik stel me zo voor dat het in meerdere sectoren het geval is: uitgesteld werk moet alsnog gebeuren en allerlei leukere zaken die een tijd niet ‘konden/mochten’ als jubilea, verjaardagen, tuinfeesten, evenementen en reünies moeten ook een plek in je agenda hebben. Iedereen heeft het idee dat hij/zij nu toch echt op vakantie moet, en alles waar je ooit ja hebt gezegd moet nu allemaal tegelijk gebeuren. En het liefst zo snel mogelijk … want wellicht gaat het in het najaar weer allemaal op slot.
‘Van teveel spektakel wankel je allicht’, dichtte Lucebert. En zo is het. Geen wonder dat er teveel mensen omvallen nu. Niet door de corona (wat was dat ook al weer?), niet doordat het makkelijker is om je ziek te melden, maar gewoon omdat de ratrace, waar we net uit waren, nu in dubbele hevigheid teruggekomen is. Terug naar normaal is voorlopig nog niet aan de orde. Het onthaasten dat we allemaal zo goed konden is alweer verleden tijd.
Soms verlang ik naar die 1,5 meter ruimte. In mijn agenda.